In de Molukse wijk zijn ze trots op hun tradities en identiteit

In de Molukse wijk zijn ze trots op hun tradities en identiteit

Dominee Frans Pelletimu (m.) woont al 34 jaar in de Maastrichtse wijk Heer. Iedereen kent
hem.Beeld Roger Dohmen

Als een hutje in de Ambonese bergen niet kan, dan maar een woning in de Molukse wijk in
Maastricht. Onder elkaar houden de bewoners in elk geval hun tradities in ere.

Orkun Akinci 13 augustus 2024, 10:00

Nergens is het doorkijkje door de wijk fijner dan van achter de glazen pui naast de
kerkingang. Zou dominee Frans Benjamin Pelletimu er in zijn leven pak ‘m beet 1640 keer
hebben gestaan, dan kijken zijn ogen de 1641ste keer niet minder verwonderd door het glas.
Vanuit zijn Beth-Elkerk kijkt hij over de hele Godefridus van Heerstraat uit, de centrale weg
door het Molukse wijkje in Maastricht. Vooral wanneer er een plechtigheid op stapel staat,
vertoeft hij hier graag. Dan ziet de dominee iedereen van verre aan komen lopen in prachtige
kleding. De kerk heeft zicht op de wereld, de wereld zicht op de kerk. Zo moet het volgens
hem altijd zijn.
Er is hier geen stoeptegel waar zijn zolen niet overheen hebben geschaafd. Hoeft Pelletimu –
81 jaar alweer – geen dienst te leiden, dan is de dominee het liefst buiten. Altijd loopt hij maar
rondjes door de wijk, met zijn gekromde rug en voetje voor voetje slepend over het ongelijke
gesteente. Van alle kanten klinken begroetingen. Hij is nooit Frans of meneer Pelletimu,
iedereen spreekt hem aan met dominee. Meestal volgt er een praatje. Zo blijft hij haarfijn op
de hoogte van wat er onder de wijkbewoners leeft.
Sinds begin jaren zestig wonen Molukkers hier samen. Een wijkje met zo’n 130 woningen,
een gemeenschapshuis, speciale aanleunwoningen voor de ouderen, intensieve zorg, beweeggroepen en vooral veel gemeenschapszin. Is er een bruiloft of doop, dan is iedereen
welkom. De Molukkers zijn trots op hun identiteit, zoals ze onlangs toonden met een
expositie over hun geschiedenis. Over twee weken is er een groot buurtfeest waar halsreikend
naar wordt uitgekeken.

Het doopvont op wieltjes heeft de dominee zelf gemaakt.Beeld Roger Dohmen

‘Ik voel me net Mozes’
“We zijn heel hecht”, zegt Pelletimu zonder zich de overbodigheid van zijn woorden te
realiseren. Op stap gaan, feesten, gewoon bij elkaar op visite: de mensen doen veel samen.
“Hier zijn ze bezig met een nieuwe voortuin en helpt de hele familie mee”, becommentarieert
de dominee een stuk zeil bij een voordeur. Een middagje op stap met Pelletimu is een feest. Er
is vrolijkheid alom, je ontkomt er simpelweg niet aan.
Niemand wordt hier meer op handen gedragen dan hij. En eerlijk is eerlijk, soms komt dat van
pas. De Molukse gemeenschap mag dan graag samen optrekken, ook hier slaat de vlam wel
eens in de pan. Pelletimu herinnert zich hoe een aantal jaren geleden ’s nachts een ruzie tussen
twee families escaleerde. Voordat de politie er was, had de dominee zijn ambtskleding al aan
en toog naar buiten. Het respect voor de dominee won het van de onderlinge nijd. “Ik voelde
me net Mozes, iedereen ging voor me opzij.”
Onder elkaar voelen Molukkers zich thuis. Het geldt vooral voor de oudere generatie, maar
ook de jongeren hechten er belang aan. Het bleek in 2019, toen de woningcorporatie op het
punt stond een huis te vergeven aan niet-Molukkers. Het verzet was groot, de loskomende
emoties waren onderschat en het voornemen hield geen stand.

Flink gekokkereld
Zelf woont de dominee hier nu 34 jaar, pal naast de kerk. ‘Hier gaan we nooit meer weg’,
waren na de verhuizing zo’n beetje de eerste woorden tegen zijn vrouw. Veel generatiegenoten
zijn overleden, nu zijn het de kinderen en kleinkinderen die hem op handen dragen. Zoals
Anton Siahaija, die vanaf de overkant roept dat zijn dag niet meer stuk kan nu hij Pelletimu heeft gezien. En hem spontaan de tuin in trekt voor een drankje en meteen maar even
deelgenoot maakt van zijn beslommeringen.

Dominee Pelletimu op bezoek bij voormalig ouderling Anton Siahaija (rechts).Beeld Roger
Dohmen

Zo gaat het nou altijd. De keren dat de vrouw des huizes meteen de keuken in rent om eten
klaar te maken, zijn ontelbaar. “Dan kom ik alleen een praatje maken om erachter te komen
hoe het met iemand gaat en krijg ik zo weer een loempia voorgeschoteld. Het hoort bij onze
gastvrijheid. Er wordt hier flink gekokkereld.”
De koerier toetert, ‘de mooiste vrouw van Eindhoven’ (aan complimenten geen gebrek) lacht
en zwaait, een bewoner van middelbare leeftijd legt zijn werkzaamheden neer om de hand te
schudden. Een jongetje in een geparkeerde auto krijgt te horen hoe geweldig het is dat hij
binnenkort met zijn ouders naar Ambon mag. Pelletimu laat iedereen vrolijk achter.
“Hier voelen we ons geborgen”, zegt de dominee over de Molukse wijk. “Het is alsof ik in
een dorp op Ambon ben. Ik zou daar best willen wonen. Op een berg, in een hut of huisje,
genietend van de natuur. Maar dan moet het wel een vrije republiek zijn. Ons Molukse bloed
blijft stromen. Daarom zijn deze wijken zo belangrijk. Verdwijnen ze, dan is er niets meer
voor onze gemeenschap.”

Over de serie ‘Traditiegetrouw’
Elke regio telt, stelt het nieuwe kabinet. In een reis door Nederland gaat Trouw op zoek naar
tradities die de lokale ziel vormgeven. Van de papierknipkunst tot draaksteken: Nederland zit
vol met ‘immaterieel erfgoed’, de levende vorm van erfgoed die je niet in een museum kunt
bekijken. Het zijn rituelen, sociale gewoonten of tradities die samen, en vaak lokaal, worden
beoefend.